‘Een koe met ernstige uierproblemen kwam erbovenop, sindsdien ben ik overstag’

Een proactieve aanpak met de producten van AHV heeft op het melkveebedrijf van Erik Commissaris in het Belgische Essen geleid tot een sterke daling in antibioticagebruik en een verbetering van de uiergezondheid. Wat begon met enige scepsis, groeide uit tot een intensieve samenwerking waarbij de producten van AHV inmiddels onmisbaar zijn geworden.

Van scepsis naar overtuiging

Ruim vier jaar geleden kwam een medewerker van AHV het erf van Commissaris oprijden. “In eerste instantie geloofde ik er niet zo in. Ze mochten gaan bewijzen wat ze waard zijn,” vertelt hij eerlijk. “En eigenlijk werd mijn gevoel een beetje bevestigd. De producten leken niet direct te werken. Het celgetal bleef hoog.” Toch besloot hij door te zetten en vroeg om extra begeleiding. “We pasten AHV Quick, Extra en Aspi toe bij koeien met langdurige uierproblemen, want daar had ik niets te verliezen en na verloop van tijd moeten deze koeien toch het bedrijf af.”

Samen met Stella Faber, Specialist Diergezondheid bij AHV, nam hij het bedrijf onder de loep. Een koe met ernstige uierproblemen kreeg Aspi toegediend om het immuunsysteem te ondersteunen. Ook werd Booster ingezet om de stofwisseling te bevorderen. “De koe kwam erbovenop. Dat had ik echt niet verwacht en hierdoor groeide mijn geloof in de producten.”

Gezondere koeien, drastisch minder antibiotica

De resultaten lieten niet lang op zich wachten. “Wanneer de kalveren het een beetje moeilijk beginnen te krijgen op het gebied van longgezondheid, geven we ze een weekje Respi. Dan doen ze het al snel beter en zo kunnen we antibiotica buiten de deur houden,” zegt Commissaris.

Deze proactieve aanpak is inmiddels een kernwaarde op zijn bedrijf. “Als dieren zich ziek gaan voelen, dan ben je eigenlijk al te laat. Door proactief ondersteunende producten van AHV toe te dienen, kunnen we net dat extra stapje zetten.” Door de verbeterde diergezondheid is het antibioticagebruik zeer sterk verlaagd. Enkel koeien met langdurige uierproblemen krijgen nog antibiotica bij het droogzetten. “We proberen de koeien in hun kracht te zetten,” vult Faber aan.

Gerichte begeleiding van AHV op basis van MPR-gegevens

Een belangrijk onderdeel van deze aanpak is de structurele begeleiding door AHV. “Omdat ik inzicht heb in de MPR, kunnen we het bedrijf mooi opvolgen aan de hand van cijfers,” legt Faber uit. Commissaris krijgt op maat gemaakte behandelkaarten waarop staat welke koe op welk moment welk product nodig heeft. Hij merkt het verschil: “Goede begeleiding is heel belangrijk. Dan komen de producten goed tot hun recht. Het gebruik van de MPR-gegevens is een goed hulpmiddel. Het is niet langer tasten in het duister, maar je weet echt wat de producten doen.”

Een opvallend effect dat Commissaris is opgevallen: “Het is bijvoorbeeld zo dat soms het tankcelgetal kort stijgt na het toedienen van de producten. Dit komt doordat het immuunsysteem geactiveerd wordt om de oorzaak van het probleem af te breken. Dat kan verwarrend zijn, maar in de MPR-gegevens zien we terug dat het dit verhoogde celgetal bij de behandelde koe vandaan komt. De volgende keer ligt het celgetal van dit dier dan juist veel lager, waaruit blijkt dat het product zijn werk heeft gedaan.”

Transitieperiode in beeld met AHV-programma

Sinds kort neemt het bedrijf deel aan het AHV Transition & Fertility Program. Hierin wordt de energiebalans van de koeien vanaf de droogstand gemonitord. In de opstartfase krijgen de dieren proactief AHV Booster, Aspi, StartLac en Metri. Ook werd gestart met het gebruik van StopLac Tablet. “Bij het eerste gebruik van StopLac zag ik de uier direct goed wegtrekken,” aldus Commissaris. Faber vult aan: “Daarnaast ondersteunen al deze producten de stofwisseling in deze kritieke fase. Hierdoor neemt de kans op een negatieve energiebalans en een tekort in mineralen, zoals calcium, af.”

Onderdeel van dit programma is een metabole scan, waarbij bloedmonsters worden genomen van verschillende diergroepen. “Dit zijn dingen die je met het blote oog vaak niet ziet,” zegt Commissaris. “Door er in de droogstand al dicht op te zitten, gaan de koeien beter de lactatie in.”

Een veelzijdig rantsoen en gezonde kalveren

De melkproductie op het bedrijf bedraagt inmiddels 10.870 kilo melk met 4,36 procent vet en 3,73 procent eiwit. De koeien krijgen een gevarieerd rantsoen van gras, mais, bietenpulp, spruiten, bierbostel en granen. Het jongvee krijgt uienpulp gevoerd, wat direct te ruiken is tijdens een ronde door de stal. Het grootste deel van de veestapel is Holstein-Friesian, aangevuld met Brown Swiss en Jersey om compactere dieren te verkrijgen.

Door proactieve inzet van AHV-producten, scherpe monitoring met MPR-gegevens en een focus op preventie, houdt hij zijn dieren gezond en zijn antibioticagebruik minimaal.